Vertaal
Vertalingen pasar por alto ES>NL
pasar por alto (ww.) achterhouden (ww.) ; iets mislopen (ww.) ; mislopen (ww.) ; missen (ww.) ; overheen springen (ww.) ; overslaan (ww.) ; overspringen (ww.) ; verhelen (ww.) ; verzwijgen (ww.) ; voorbijzien (ww.) ; weglaten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `pasar por alto`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: callar
ES: encubrir
ES: ocultar
ES: omititr
ES: perderse
ES: saltar
ES: saltar por encima
ES: saltarse